Interview TV studio
 

Total Touch veroverde in 1996 vanuit het niets popminnend Nederland met een combinatie van vrolijke dansmuziek en sfeervolle ballads. Zangeres van de band is Trijntje Oosterhuis, de 25-jarige dochter van predikant/dichter Huub Oosterhuis. Zaterdag staat ze centraal in de eerste van twee Total Touch-specials, die RTL 4 uitzendt (23.00). Hoe ervaart Trijntje het plotselinge succes? Hans Sanders had in TV Studio een interview met haar.

 

– Interviews

‘Geen idee hoeveel interviews ik tot nu toe heb gegeven. Sinds ons debuutalbum in 1996 waarschijnlijk een paar duizend, schat ik. De afgelopen weken waren het er ook weer veel, zo’n vijftig. Voor bijvoorbeeld de bladen AvantGarde en Viva en tv-programma’s als Koffietijd en de 5 uur show. Mensen zijn natuurlijk vaak geboeid door dezelfde vragen en dan kan het bijna niet anders of je hoort jezelf bepaalde antwoorden herhalen. Ik heb wel geleerd mezelf af te schermen. Je mag mij wel vragen stellen over mijn privé-leven, maar die zal ik niet zo snel beantwoorden. Nee, ik ben niet wantrouwig geworden, wel een beetje alert. Met je carrière moet je zorgvuldig omgaan, zorgen dat niet de verkeerde dingen naar buiten komen, dingen die niet waar zijn. Ons management let daar ook heel goed op. Stel, dat ik een merk shampoo zou verkopen. Dan vecht ik door dik en dun voor dat merk. Op dit moment verkoop ik mezelf. Dat klinkt misschien een beetje walgelijk, maar toch is het voor een deel zo.’

 

- Brede heupen

‘Of ik daarom lange jasjes op het podium draag? Nou, misschien is dat af en toe een reden. Maar ik voel me absoluut prima in mijn vel zitten, ik heb geen problemen met brede heupen, ha ha. Daar heb ik nooit zo over nagedacht. Kijk, je zal mij niet snel in hotpants of minirok zien rondlopen. Ik houd van lekkere kleding, dingen die mij het beste staan. Je kunt het vergelijken met je gezicht opmaken. Het liefst draag ik geen make-up, maar als het dan nodig is, moet je proberen de mooie dingen in je gezicht beter te laten uitkomen, maar ook weer niet overdreven. Voor kleding geldt hetzelfde.’

 

- Videoclip

‘Die van I’ll say goodbye is vier maanden geleden in Zuid-Spanje opgenomen. We wilden bij onze nieuwe single een clip in vooral aardetinten, een terracottasfeer. Ook moest er een grote eettafel met een Godfather-achtig gezelschap komen. Dat is goed gelukt. Hoeveel die clip gekost heeft, weet ik niet exact. Zo tegen de twee ton. Er is dit jaar veel in ons geïnvesteerd. Dat was een paar jaar geleden wel anders. Onze eerste clip kostte, geloof, ik zevenduizend gulden.’

 

- Leiderschap

‘Dat heb ik wel in me, is van nature aanwezig. Ik ben er ook mee opgegroeid. Je moet wel, weet je. Ik heb natuurlijk altijd met jongens gerepeteerd, voordat de meiden van het achtergrondkoor erbij kwamen. Als enig meisje zat ik vaak in oefenruimtes te vertellen wat de drummer of gitarist moest spelen. Dan had ik wel mijn broertje Tjeerd, die mij daarbij hielp, maar soms moest ik mij ook tegen hem afzetten. Daar word je wel een bijdehandje van.’

 

- Zondagskind

‘Nee, mijn leven is heus niet alleen over rozen gegaan. Ik heb genoeg vervelende ervaringen gehad, waardoor er bij mij een soort speklaag is ontstaan. Ik kom natuurlijk wel uit een beschermd milieu, ben opgegroeid in Amsterdam-Zuid. Wat dat betreft, ben ik een bevoorrecht mens. Maar er waren ook tegenslagen. Ja, de scheiding van mijn ouders in mijn jeugd was niet leuk, maar ik heb altijd wel heel veel liefde van hen ontvangen. Met beiden heb ik een goede band. Wat ik bedoel met nare ervaringen, zijn meer de beproevingen uit onze eerste bandjaren. Soms stond je in ongelooflijk smerige kleedkamers. Ook werd je af en toe uitgelachen als je vertelde over je ambities als zangeres. Vroeger heb ik veel radiocommercials ingezongen. Voor jingles kregen we schandelijk weinig betaald. En daar mochten we vooral niet over klagen, vonden ze, want je moest blij zijn dat je het mocht doen. Ik zou die mensen graag nog eens ontmoeten.’

 

- Tv-special

‘Vanaf het moment dat we de studio zijn ingegaan voor This way, hebben ze ons gefilmd. Die special verhaalt wat we de afgelopen maanden allemaal gedaan hebben. Ook bij de voorbereidingen van onze theatertournee werden opnamen gemaakt. Je ziet bijvoorbeeld hoe het er in de studio in Volendam aan toegaat. De studio van Arnold Mühren, hij zat vroeger bij The Cats, is de afgelopen jaren een tweede thuis voor ons geweest, de eerste cd hebben we er ook opgenomen. Mijn broer Tjeerd heeft wel zo’n 120 dagen in die studio vertoefd, omdat-ie ook nog Gordons nieuwe cd moest produceren. Het is er echt gezellig, Je eet aan tafel bij mensen thuis. Er is een gastenverblijf, je kunt er ook met z’n allen logeren.’

 

- Belangrijkste karaktereigenschap

‘Mijn doorzettingsvermogen. Soms wordt mij gevraagd: "Waarom ben jij wel doorgebroken en andere talentvolle zangeressen niet?" Nou, sowieso geluk, talent en de goede mensen tegenkomen. Maar ook een instelling van: oké, het gaat nu even wat minder, maar ik blijf dit doen. Glamour en bekend willen worden, speelden nauwelijks een rol. Ik ben gewoon blij als ik muziek kan maken.’

 

- Kritiek

‘Ben ik wel gevoelig voor. Vorig jaar heb ik bij de dodenherdenking op de Dam een gedicht voorgelezen. Daar kwam nogal kritiek op. Ze vonden dat ik niet zo netjes Nederlands sprak. Van die kritiek heb ik wel gebaald, maar aan de andere kant is het ook gewoon zo. Ik praat een beetje plat. Dat ben ik, weet je. Dit is Trijntje, ik kom uit Amsterdam.’

 

- Roddelbladen

‘Houd ik gewoon niet zo van, ik geef ook geen interviews aan ze. Waar ik wel aan moest wennen, was dat ik een paar jaar geleden bij zo’n blad voor het eerst op de voorpagina stond. Ik zou iets met Marco Borsato hebben, schreven ze. Ik dacht: nou zeg, zo gaat dat dus! Ze verzinnen het gewoon. Sindsdien geloof ik he-le-maal niet meer wat er in die bladen geschreven wordt.’

 

– Succes

‘Ineens was het er. Jarenlang bestaat je leven vooral uit zingen in kroegjes, van de ene studioklus of schnabbel naar de andere rennen en ook toeren als achtergrondzangeres met de band van Candy Dulfer. In 1996 kwam er een soort mega-explosie. Van onze eerste plaat werden ongeveer 400.000 exemplaren verkocht. Plotseling sta je op covers van bladen, in tv-programma’s. Je ziet jezelf continu als een soort boegbeeld. Je weet niet goed meer waar het naar toegaat. Soms dacht ik: is dit echt of droom ik? Vorig jaar heb ik mij wel afgevraagd: stel dat het succes morgen is afgelopen. zou ik dan nog gelukkig zijn? Toen heb ik de proef op de som genomen. Ik stond een avond met Marco Borsato in de Rotterdamse Ahoy’. Diezelfde avond was er ook een jamsessie van mij in een Amsterdams café gepland. Dat hadden we stiekem geregeld en die sessie wilde ik niet afzeggen. Direct na het Ahoy’-concert ben ik, met het zweet van het optreden nog in mijn kleren, naar die kroeg op het Thorbeckeplein gereden. Vroeger deed ik dat soort jamsessies wel drie keer in de week. Gewoon lekker ontspannen zingen, je ziet wel waar je met je liedjes eindigt. Ik voelde me zo goed na afloop van die avond. Ik dacht: ja, dit is dus echt wat ik leuk vind. Oprecht applaus van publiek dat uit hooguit vijftig mensen bestaat. Bijna niemand die doorheeft wie je bent. Na die jamsessie kreeg de drummer reacties van: "Wie is die zangeres?" en "Ze moet zeker doorgaan." Heerlijk.’
 
Terug naar Total Touch for you
Terug naar Total Touch interviews